Tags
James Henry Greathead (1844-1896), ook wel bekend als ‘the father of the Tube’, werd geboren in Zuid-Afrika. In 1864 ging hij werken bij de bouwkundig ingenieur Peter W. Barlow (1776-1862) die in die tijd een patent liet registreren voor een minder uitgewerkte tunnelschildtechniek. Het schild dat ze samen ontwierpen voor de bouw van de Tower Subway, die onder de Thames liep van Tower Hill tot Bermondsey, werd het Barlow-Greathead-schild genoemd. Ze combineerden dit schild met het plaatsen van gietijzeren elementen die de tunnelwand vormden. Greathead noteerde ook een patent op zijn idee voor het gebruik van hydraulische kracht om de tunnelelementen voorwaarts te bewegen. Zo konden tunnels gebouwd worden zonder het land boven de tunnel te verstoren. Tot dan toe had men de altijd de straat opengebroken, een diepe sleuf gegraven, de zijkanten daarvan opgemetseld met bovenop een boogvormige overkapping, waarna alles weer werd dichtgegooid en bestraat. Deze oude methode veroorzaakte echter erg veel hinder voor het drukke Victoriaanse verkeer; Greathead en Barlow’s methode zorgde voor veel minder overlast.
Greathead werkte na dit project nog aan diverse spoorweglijnen, zoals aan de Richmond-verlenging van de Metropolitan District Railway. In 1884 werd hij belast met de uitvoering van een gedeelte van de City & South London Railway, het traject van King William Street tot Stockwell (nu een onderdeel van de Northern line) dat in 1890 geopend werd. Dit was de eerste ondergrondse electrische spoorlijn.
Zijn bronzen standbeeld door James Butler (1931-) werd onthuld in 1994 en staat vlakbij de Royal Exchange. Het lijkt wat onhandig midden op de weg te staan, maar dat komt omdat er een ventilatieschacht van de ondergrondse mee gemaskeerd wordt. Op de foto van de bronzen plaquette die door Greatheads naam in marmer omringd wordt, zijn de werklui te zien die de tunnel uitgraven en de gietijzeren elementen zijn duidelijk zichtbaar om hen heen.
Een foto van de echte condities onder de grond is hier te zien.