Tags
Baptistsen, Bunhill Fields, Daniel Defoe, Francis Smith, John Bunyan, Nonconformists, uitgeverij, William Blake
As I walk’d through the wilderness of this world,
I lighted on a certain place, where was a Denn:
& I laid me down in that place to sleep:
And as I slept I dreamed a Dream(1)
De groene ruimte van Bunhill Fields is de laatste rustplaats voor zo’n 120.000 overledenen. Het gebied werd in de zestiende eeuw gebruikt om beenderen uit het veel te volle knekelhuis van St. Paul’s af te storten; de beenderen werden er simpelweg gedumpt en afgedekt met een laag grond. Er werden er zo veel gestort dat de verhoging een goede plek werd om windmolens neer te zetten in het verder vlakke moerassige landschap. In 1665, het jaar dat de pest door Londen raasde, besloten de stadsauthoriteiten om de grond te gaan gebruiken als algemene begraafplaats voor de pestslachtoffers, maar waarschijnlijk werd het daar toch niet voor gebruikt. Vanaf de zeventiende eeuw werd het een begraafplaats voor ‘dissenters’ (andersdenkenden en dan met name op religieus gebied) en een aantal bekende namen kunnen nog steeds gevonden worden op enkele van de grafstenenen en monumenten, zoals die van William Blake (1757–1827, John Bunyan (1628-1688), Susannah Wesley, de moeder van John en Charles de Methodisten (1669-1742), Isaac Watts (1674-1748) en Daniel Defoe (1661-1731). Zo veel nonconformisten kozen Bunhill Fields als hun laatste rustplaats dat Robert Southey het de “Campo Santo of the Dissenters” noemde.(2)
De laatste begrafenis vond plaats in 1854, maar het duurde nog tien jaar voordat de Bunhill Fields Burial Ground Act werd aangenomen (1867) waarin de City of London het recht verkreeg om het gebied te onderhouden als open ruimte. Na de Tweede Wereldoorlog, waarin veel schade was toegebracht aan de begraafplaats, werd het park opnieuw vormgegeven in de jaren 60 met een grasveld aan de noordkant en de grafstenen, velen met de tekst niet langer te ontcijferen, opgesteld in rijen aan de zuidkant.
Als onderdeel van een poging om de grond een ‘designated open space’ verklaard te krijgen, verscheen in 1867 het rapport van de Bunhill Fields Committee waaraan een lijst van nog leesbare grafstenen was toegevoegd die gekopieerd was uit een bundel die in 1717 was verschenen (zie hier voor het e-book).
De meeste inscripties volgen het geijkte patroon, ‘die of die werd hier begraven op de [dag] van [maand] in het [jaar], oud [leeftijd] jaar’, maar sommige gaan veel verder. Een ontpopt zich zelfs tot een volledige biografie:
Here lyeth the Body of FRANCIS SMITH,
Bookseller, who in his youth was settled in a separate
Congregation, where he sustained, between the Years
of 1659 & 1688, great Persecution by imprisonments,
Exile, and large Fines laid on Ministers and Meeting-
Houses, and for printing and promoting Petitions
for calling of a Parliament, with several things
against Popery, and after near 40 Imprisonments, he
was fined 500l. for printing and selling the Speech
of a Noble Peer, and Three times Corporal Punish-
ment. For the said Fine, he was 5 Years Prisoner in
the King’s-Bench: His hard Duress there, utterly
impaired his health. He dyed House-keeper in the
Custom-House, December the 22d, 1691.
Dit klinkt bepaald niet gezellig, maar Francis Smith was dan ook een nogal controversieel persoon. Hij stond bekend als ‘Elephant’ Smith omdat zijn boekwinkel het uithangbord de “Elephant and Castle” had, vanaf 1659 te vinden “without Temple-Bar”, vanaf 1673 in Cornhill bij de Royal Exchange en vanaf 1688 in Pope’s Head Alley”. Hij was fanatiek doopsgezind en ook predikant in de Baptistenkerk. Verder publiceerde hij allerlei publicaties van radicale andersdenkenden wat hem vaak in moeilijkheden bracht of zelfs in de gevangenis. Hij was een van John Bunyans belangrijkste uitgevers in de periode 1660-1670, bijvoorbeeld van Sighs from Hell waar hij diverse edities van uitbracht.
Smith werd geregeld beschuldigd en opgepakt voor het uitgeven van opruiende lectuur, zowel op religieus als politiek gebied, maar hij werd ook geregeld vrijgesproken door een hem goedgezinde Whig jury. Desondanks, zoals het grafschrift al zegt, bracht hij diverse kortere of langere perioden door in de gevangenis. In 1681 werd zijn naam in verband gebracht met het drukken van Stephen College’s ballade A Ra-Ree Show, een publicatie die als bewijsmateriaal werd gebruikt in de rechtzaak tegen de auteur. College werd schuldig bevonden aan ‘treasonable talk and actions’ en ter dood veroordeeld. Smith ontvluchtte het land en zijn zaak werd voortgezet door zijn vrouw Eleanor en hun kinderen. In maart 1684 kwam Smith weer terug in Engeland en werd meteen gearresteerd en beboet met £500. Hij kon dat niet betalen en belandde wederom in het gevang tot hij in januari 1688 gratie kreeg. Na de Glorious Revolution diende hij een verzoekschrift in bij Koning Willem en werd hij aangesteld als bewaker in de haven van Londen, een functie die hij tot zijn dood in 1691 behield.(3)
(1) J. Bunyan, A Pilgrim’s Progress, 1678. Eerste regels.
(2) Robert Southey, Common-place Book, vol. 3 (1850), p. 161, no. 405.
(3) Beth Lynch, ‘Smith, Francis (d. 1691)’, Oxford Dictionary of National Biography, Oxford University Press, 2004; online edn, Jan 2008 [http://www.oxforddnb.com/view/article/39672, accessed 10 Nov 2012]
Meer informatie over locatie, openingstijden, etc. voor Bunhill Fields is hier te vinden.