Het beeld van Mercurius staat op Willing House in Gray’s Inn Road. Het is nu een Travelodge hotel, maar het was ooit het woonhuis van de Willing familie. Zij hebben naam gemaakt met adverteren en hun activiteiten liepen uiteen van boekenstalletjes en posters tot aanplakborden. Het Beamish Museum heeft een van Willing’s metalen advertentieborden (zie hier). Het beeld van Mercurius, oftewel Hermes, de boodschapper van de goden en verantwoordelijk voor de communicatie tussen de werelden van de goden en de mensen, is zeer toepasselijk. Aanplakken was een lucratieve bezigheid en een van de grootste leveranciers in Londen was Willing and Co, opgericht in 1840. Zij regelden de ruimte op muren, zochten de adverteerders en regelden het drukken en aanplakken van de biljetten. Een leverancier had het recht op een bepaald stuk muur of reclamebord, waar hij vaak een behoorlijk bedrag voor had betaald, en had aanplakkers in dienst. De beste aanplakkers die met poster en lijm een hoge ladder op konden zonder het papier door de wind te laten scheuren konden hogere salarissen bedingen en werden laddermannen genoemd.
Straatreclame (Bron: Digital Library at LSE)
Ruimte op een muur was essentieel in deze concurrerende wereld van de reclame en een journalist schreef:
The value of advertising space, where it is secured and not subject to obliteration inflicted by some rival “fly-paster,” is absolutely fabulous. More than £300 a month was paid a short time ago for some hoardings in Queen Victoria Street; and, altogether, I was assured by a gentleman who has been in the trade for a long time, and enjoys every opportunity of making a fair estimate, that upwards of £60,000 was paid annually for the possession of hoarding and wall space in London to let out to advertisers. Indeed, so much money is made in this way, that there are certain houses standing in conspicuous places by the railway lines, which are not pulled down, though in ruins, because it pays the owners better to let the outside walls for advertising than to let the interior for dwelling purposes.(1)
Alfred Cecil Calmour geeft ons inzicht in de advertentiekosten voor een toneelstuk. Hij noemt de kosten op die hij gemaakt heeft voor een van zijn toneelstukken die hij had opgevoerd in de ochtendvoorstelling in het Vaudeville Theater in 1883. De kosten voor de advertensies kwamen op £7 3s 6 d. en het aanplakken door Willing & Co. kostte £1 terwijl de hele productie, inclusief acteurs, “seventy odd pounds” had gekost.(2)
Automotor Journal 1903
De boekenstalletjes van Willing and Co. worden geregeld genoemd als adres waar tijdschriften te koop zijn, zoals deze in The Automotor Journal uit 1903. Maar de firma publiceerde ook zelf. Hun meest bekende uitgave is Willing’s British and Irish Press Guide wat volgens The Electrician van 19 april 1895 “the handiest book of the kind published” was. “The method adopted in dividing the book into sections lends itself to ready reference”. De gids werd uitgegeven vanaf 1874 en bestaat nog steeds, niet meer gepubliceerd door Willing, maar door Cision.
Maar niet alles was zo’n groot succes als de Press Guide. William Tinsley verteld hoe James Willing senior een nieuw maandelijks tijdschrift “England in the nineteenth Century” wilde uitgeven. Helaas moest dat project al worden stopgezet op het moment dat al veel werk gedaan was voor het eerste nummer omdat er niet genoeg adverteerders gevonden konden worden, en, zoals Tinsley al zei, “the monetary success of any daily paper, or weekly, or monthly, or quarterly magazine, depends to a great extent upon the number of advertisements it contains”.(3)
Willing House
Het rode bakstenen gebouw op Gray’s Inn Road staat in een gebied dat voor het eerst ontwikkeld werd tot een woonwijk in de tweede helft van de achttiende eeuw door John en Richard Smart. De Metropolitan Railway (±1861) liep dwars door het gebied waardoor sommige huizen weer plaats moesten maken. De noordelijke hoek van de Willing gebouwen ligt nu boven de spoorlijn. Ergens in de jaren 90 van de 19e eeuw woonde de Willing familie op number 366, een pand dat zich uitstrekte van Gray’s Inn Road, langs St. Chad’s Place tot aan Wicklow Street waar ze hun stallen hadden. Zo langzamerhand verkregen en ontwikkelden ze de rest van het blok tot wat nu het Travelodge hotel op nummers 356-364 is. Vanaf 1910 waren hun architecten Alfred Hart (1866-1953) en Leslie Waterhouse (1864-1932). Zij ontwierpen het huis in de ‘Vrije Barok’ stijl die ook wel omschreven wordt als ‘een vrije mengeling van Tudor en Barok elementen’, alhoewel de Listed building website het slechts ‘Franse Barok’ noemt. Door de jaren heen werden er kleinere en grotere aanpassingen gedaan aan het pand. In de jaren 70 van de 20ste eeuw – het gebouw was toen in handen van de Haslemere Group – werden aanzienlijke veranderingen aangebracht om meer kantoorruimte te verkrijgen, maar de façade bleef min of meer zoals die was.(4) Alhoewel het gebied opgenomen was in het plan voor de ontwikkeling van het King’s Cross gebied, zorgde de Grade II status van 1974 voor bescherming. Ik citeer hier slechts het begin van de beschrijving daarvoor:
Irregular facade of 3 storeys and attics, 5 storeys right hand bay. Left hand 3 bays forming a slightly projecting pavilion with round-arched central main entrance. Pilasters flanking entrance surmounted by large winged lions supporting a great 7-light bowed window with enriched apron, segmental headed lights and pilasters supporting a cornice and domed roof in an arched recess. To either side, transom and mullion casements with aprons; 1st floor with segmental-arched enrichment with small keystones. 2nd floor with paired stone Ionic columns to outer bays, flanking 2-light windows and supporting a modillion entablature with round-arched balustrade (piers with swags and features terminating in balls) over. Central dormer with transom and mullion casement flanked by scrolled consoles. Roof surmounted by a statue of Mercury.(5)
Het beeld van Mercurius is ontworpen door Arthur Stanley Young (1876-1968). Het is gemaakt van gegoten en plaatbrons om een handgesneden iepenhouten beeld. Het is recentelijk gerestaureerd door Rupert Harris Conservation. Toen zij de verf analiseerden, bleek Mercurius oorspronkelijk een lichtgrijze kleur gehad te hebben en de caduceus bleek met bladgoud afgewerkt te zijn geweest. Hij is weer keurig geschilderd en voorzien van bladgoud en staat weer trots van bovenaf het gebied te overzien.
De fries boven het portiek lijkt te steunen op twee gevleugelde leeuwen en is gebeeldhouwd door William Aumonier (1891-1943), de vader van Eric Aumonier die de reliëfs in the lobby van het Daily Express gebouw gemaakt heeft.
fries door William Aumonier
(1) Adolphe Smith, “Street Advertising” in John Thomson and Adolphe Smith, Street Life in London [1877], pp. 22-23.
(2) Alfred Cecil Calmour, Practical Playwriting and the Cost of Production [1891], pp. 55-56.
(3) “An Interesting Speculation Nipped in the Bud” in William Tinsley, Random Collections of an Old Publisher (1900), vol. 1, pp. 96-103.
(4) De informatie over de geschiedenis van het gebouw komt voornamelijk uit het Rapport over Willing House van Paul Drury FSA ARICS IHBC (nu Drury McPherson Partnership), 2000.
(5) De volledige beschrijving kan hier gelezen worden.